wat vooraf ging zie de linken en hun linken, foto's later
Het leven kort af
Ik kan de tijd voelen krimpen
Veel vervulling gehad
Recht evenredig obstakels ook
Best gedaan.
Voor wat men heeft, gewerkt
Nooit gestolen
De ziel van eigen zijn
En het zijn van anderen geraakt
Heel veel bijna afgemaakt
Wat rest is voor de volgenden
Want het leven deint ook heel veel uit
En toch, telkens weer, kort het af.
In jeder frau
Steckt genau
Wie Sie auch ausseht,
Geworden ist
Ein teil des sorgsames Mädel
Ze gaan, ze komen
En bij leven, je beseft wel, eens voor of na jezelf
Houdt hun lichaam op met zijn
De meesten geloven ook wel dat
Alles daarmee is gezegd en geschreven
Dat ze niet meer of nauwelijks gaan verder leven
Het is maar wat je gelooft dat je uiteindelijk steeds weer verder brengen of bevriezen zal.
Aldus van op dit goddelijk balkon met zicht op Pécrot beschreven
Via het ochtendkuieren van de 70 jarige bompa met 7 kleinkinderen beschreven
Getekend door zijn militaire vader en kinderzorgen en andere
Vermijdbare ook
Gezegend door zijn Normandië
Gegeseld door het stoffelijke soms, familie van familiebanden
En te bang dat alles gestolen wordt of stopt
Sint Joris Weert Chalet
Donkere merel geelgebekt
Fluit voor mij ook zijn lied
Hoog op het topje van een dennenkunnen
Herinnerd me aan de oorlog in Servenland
Ook al weer destijds in de 90er jaren twintigste eeuw
Altijd immer weer uitgelokt en bedwongen
Eenieder volgt het draadje van zijn leven weer
Van ’s morgens vroeg
Maar zingen van in de ochtend
Meestal zijn het de vogels wel, oef.
Of zij aan mijn zij, goe voor ons bei
Levenslang
Speelt men dochter of zoon of o-ma o-pa, schoon kind
Vaak teveel willen wie anderen willen dat je bent
En je dan maar wegcijferen in die rol
Vanwege de vorige domino’s
Kan het vaak niet anders
Toch hebben gedurfde eigen keuzes
Een verfrissend affect effect
Het ouderlijke bed
Zus vervangen, was aan zee
Oudje in bed, opvang nodig
Haar echtelijke bed van weleer leeg
Zij beneden in rust, altijd op de rug, immobiel
Kan niet meer anders of verbeteren
Totaal ineen gegroeid, ook van schrik
Niet alleen van te veel te werken
Van die granaatscherf ook, uit dat vliegtuig
Van de genetica
Beetje van alles en meer samen
’s Morgens een open venster, grijze lucht
Horizontale lijn van de zift er voor
Evenwijdig met het dak van de hangaar
Dan naar mijn domeintje in de natuur
Pracht, hoge bomen, water en stilte
Cultuur en teruggetrokkenheid binnen
Mooi om de dag mee te beginnen
Ouder zijn ze geworden
Mensen die je vroeger kende
Zowel als de anderen, nieuwe er bij gekomen
Is oud worden niet gewoon
Jong proberen blijven
Tegen de wetmatigheden van het zijn in
En wat is jong blijven dan ?
Je verzetten tegen niet geloven in het leven
In de allesomvattende zin er van
Geloven ook dat je
Niet alleen op je allerlaatste dag
Dat jong zijn gewoon meeneemt
Samen met de intelligentie van het leven
En de opgedane kennis en vrijheid-wijsheid
En als ik dood zal zijn, zal ik vragen
Zitten de duiven in de late herfst en winter
Nog onder de zonnekanten van de kerktoren van Meldert St Hermelindis, naam van mijn meter ?
Wordt de trap van de kerk van Gottechain nog onderhouden ?
(of kunnen we al zonder ketenen ?)
Valt het herfst namiddag licht nog zacht door de keukenramen van diegene die honing maakt en is de kleur van de honing nog dezelfde ?
En is er toch niet weer een reden voor een naöorlogse ‘rue des déportés’ ?
Is de jonge fietser op de steile heuvels uit bijna nimmer een dal een 2de Philip Gilbert geworden ?
Staat dat en dat huis er nog ?
Of geniet ik van alle opgedane wijsheid en laat ik af en toe nog eens iets doorsijpelen op een manier die ik in dit leven soms wel begrijp ?